Fing Boon, een jong meisje uit een groot en arm gezin in Zuid-Limburg, kan goed leren maar wordt aan het werk gezet bij een rijke familie. Beide gezinnen komen in grote problemen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Fing Boon groeit op in een groot gezin, vier broers en twee zusjes. De moeder is overleden, de vader werkt hard en is altijd optimistisch, maar niet altijd succesvol. Oma voert met harde hand de huishouding. Fing heeft een goed verstand maar mag niet doorleren. Ze komt in dienst van de rijke familie van de 'Sigarenkeizer' en zijn vrouw, de 'Pruusin', om haar nichtje Liesl, dat bij hen inwoont, gezelschap te houden. De oorlog brengt beide gezinnen in grote problemen: de vader en de broers van Fing worden opgepakt, en de Pruusin en Liesl zijn joods. En dan is Fing ook nog verliefd geworden op een jongen die bij de Jeugdstorm zit!
andere plaatsen andere tijden, liefde, oorlog, opgroeien tot volwassenheid, opstandigheid, relatie ouders en kinderen, school, vrouwenstrijd