Een jongen moet van zijn vader een dagboek bij gaan houden na de zelfmoord van zijn moeder.
De zestienjarige Boudewijn wordt enkele jaren na de zelfmoord van zijn moeder "ziek": hij doet niets meer. Zijn vader stelt een ultimatum: of je gaat elke dag in een dagboek opschrijven wat je gedaan, beleefd, gevoeld hebt, of ik lever je af in een psychiatrische inrichting. Met frisse tegenzin begint Boudewijn dan maar wat te schrijven. De ene dag lukt dat beter dan de andere, maar langzaam krijgt hij weer greep op zijn leven.
eenzaamheid, humor, liefde, opgroeien tot volwassenheid, opstandigheid, psychische gestoordheid, relatie ouders en kinderen, school, ziekte en dood